EPICURISME EN STOA I   |   OPVOEDING II   |   VROUWEN III   |   GEBRUIKEN IV   |   GODSDIENST V   |   POLITIEK VI   |   PSYCHOLOGIE VII   |   TAFELGESPREKKEN VIII   |   BIOLOGIE EN NATUURKUNDE IX   |   LITERATUUR, MUZIEK X


PLUTARCHUS

MORALIA

DEEL  7

In dit deel zijn de psychologische en ethische geschriften uit de Moralia verzameld:

- Hebzucht
- Praatzucht                                     
-Bemoeizucht                     
-Gebrek aan assertiviteit                            
-Het controleren van de woede                    
-Gemoedsrust                        
-Of moreel juist gedrag te onderwijzen is            
-Sociaal-ethische vaardigheden                
-Of de aandoeningen van de ziel erger zijn dan die van het lichaam
-Hoe je kunt opscheppen zonder aanstoot te geven    
-Jaloezie en haat                    
-Of slechte eigenschappen voldoende zijn om ongelukkig te worden                

Hieronder volgt de integrale tekst van de laatste redevoering

ISBN 9076792054   prijs 21,45




  OF SLECHTE EIGENSCHAPPEN VOLDOENDE ZIJN OM ONGELUKKIG TE WORDEN


1. Terwijl ik in mijn redevoeringen, getiteld Geluk of kwaliteiten van Alexander de Grote geprobeerd heb te bewijzen, dat het zijn eigen goede eigenschappen en niet het Toeval of het Geluk waren, die uiteindelijk zijn successen bepaald hebben, wil ik in deze rede aantonen, dat toeval en externe omstandigheden ook niet zóveel invloed hebben op de mislukkingen en de ellende van een mens als het bezit van één of meerdere slechte eigenschappen, Ga maar na: Faëthon stond een gelukkig en door velen benijd leven te wachten als zoon van de koning van Ethiopië en de nimf Klymene, die voor hem een knappe vrouw hadden uitgezocht, voorzien van een grote bruidsschat. Maar nee, in zijn zucht beroemd te worden en zich te meten met zijn echte vader Apollo besteeg hij de zonnewagen, hoewel deze hem had verteld, dat hij die last niet zou kunnen dragen, en hij wees het huwelijk en een mooi paleis af, dat hij liever ’in een hoop hete as’ zou laten veranderen, dan dat hij het zou verdragen

   om voor een bruidsschat te koop te lopen met zijn lijf,

zoals Euripides zegt. Maar de elementen die ieders afgunst opwekten duurden maar kort en waren geen vast bezit van die jongen, die niet ‘door een hoop hete as’, maar door een ‘magnifieke wereldbrand’ heen vliegend, omgeven door laaiende vlammen onder luid gehijg en druipend van het angstzweet ten onder zou gaan en die, hoewel zij (zijn moeder of vrouw) hem de rijkdom van een Tantalos aanbood,  niet in staat was er in alle rust van te genieten.
Die Sikyonische paardenfokker was namelijk wél zo slim om de koning van de Achaiers (Agamemnon) dat renpaard kado te doen met het

 doel om hem niet te hoeven volgen naar het winderige Troje,
 nee, lekker thuis te blijven zitten, (Hom. Il 23, 297)

waar hij baadde in weelde en een lekker lui leven, terwijl de mensen van tegenwoordig, die zich voordoen als actieve lieden met een luxe leventje, zonder dat iemand hen vraagt, door zichzelf tot hun strot in het hofleven worden geduwd, waar zij anderen ten koste van veel energie escorteren of in de open lucht bivakkeren, om een paard, een gesp of een dergelijk soort douceurtje te bemachtigen:

 Huilend was zijn vrouw in Fylake achtergebleven,
 en zijn huis ook, dat half af was. (Hom. Il. 2, 700).

terwijl hij zich mee laat slepen, met zijn tong op zijn schoenen van de ene hoop naar de andere daast en zich als voetveeg laat behandelen. En ook al krijgt hij iets van wat hij zo begeert, dan zoekt hij toch, omdat hij misselijk wordt en sterretjes ziet van al dat gedraai van het lot, naar een ontsnappingsmogelijkheid en prijst hij diegenen gelukkig die veilig en roemloos leven, terwijl die op hun beurt juist naar hem opkijken als naar iemand die ver boven hen verheven is.

2. Slechte eigenschappen brengen iedereen in grote misère, omdat zo’n eigenschap een compleet zelfstandige producent van ellende is. Zij heeft namelijk geen instrumenten of helpers nodig. Nee, terwijl dictators die er serieus werk van maken om mensen die zij bestraffen ongelukkig te maken beulen en folteraars in dienst hebben of brandijzers en wiggen laten fabriceren, brengt een slechte eigenschap zonder enige hulp van buitenaf een totale ontreddering in een mens teweeg, als zij zich met hem heeft verbonden. Ze verlamt hem en vervult hem van smart, gejeremieer, depressies en wroeging.
Hier is het bewijs: velen houden hun mond, wanneer ze verminkt worden, houden hun kiezen op elkaar, wanneer ze gegeseld worden en laten geen kik horen, wanneer ze door despoten of tirannen worden gekliefd, omdat de ziel met rationele argumenten de pijn buitensluit en als het ware handmatig onder controle houdt en onderdrukt. Woede kun je echter geen rust opleggen en smart geen zwijgen; een angsthaas kun je niet overhalen stand te houden, een door wroeging gekweld persoon niet om niet zo hard te schreeuwen, zijn haren niet uit zijn hoofd te trekken of op zijn dijen te beuken.
De conclusie luidt, dat slechte eigenschappen fnuikender zijn dan vuur of ijzer.

Toeval contra slechte eigenschappen
3. Bij steden is het zo, nietwaar, dat wanneer ze een aanbesteding houden voor de bouw van een nieuwe tempel of groot standbeeld, ze rustig luisteren naar de ingenieurs die naar de opdracht meedingen en hun argumenten en modellen naar voren brengen. Vervolgens kiezen ze diegene die dezelfde klus beter, in minder tijd en voor minder geld weet te klaren. Stel nu, dat wij ook een openbare aanbesteding zouden houden voor het produceren van een ongelukkig leven en dat vervolgens mevrouw Toeval en juffrouw Slechte Eigenschap als concurrenten naar de opdracht meedingen, waarbij Toeval, behangen met allerlei instrumenten en kostbare apparatuur ter productie van een ellendig en beklagenswaardig bestaan, allerlei vreselijke dingen laat zien zoals roofpartijen, oorlogen, door tirannen aangerichte bloedbaden, stormen op zee, blikseminslagen uit de hemel, en dollekervel stampt, met zwaarden zeult, ladingen verklikkers inhuurt, epidemieën aanwakkert, voetboeien vastklinkt en gevangenissen bouwt - trouwens, het merendeel van deze dingen valt eerder onder Slechte Eigenschap dan onder Toeval; maar goed, stel dat dat allemaal het werk van Toeval is -. Stel dan, dat Slechte Eigenschap, die er naakt bij staat en geen enkele hulp van buitenaf nodig heeft, aan Toeval vraagt, hoe zij de mens ongelukkig en moedeloos wil maken: ,,Zeg, Toeval, dreig jij met armoe? Dan zal Metrokles je uitlachen, die, omdat hij ‘s winters tussen zijn schapen en ‘s zomers tussen de zuilen van de tempels sliep, de Perzische koning, die in Babylon overwinterde en in Medië de zomer doorbracht, uitdaagde voor een wedstrijd in geluk. Kom je met slavernij, ketens en een veiling op de proppen? Dan haalt Diogenes zijn schouders voor je op, die, toen hij door rovers werd verkocht, uitriep: ‘Wie wil er een meester kopen?’ Ga je een beker gif mengen? Heb je die Sokrates al niet eens voorgezet? Die dronk hem vrolijk en kalm, zonder te beven, iets te morsen, van kleur te verschieten of van houding te veranderen heel gemakkelijk leeg. Toen hij dood was, prezen de levenden hem gelukkig, omdat ze dachten, dat hij zelfs in de Hades zijn portie "goddelijke inspiratie” niet zou missen. Verder is dat vuur van je vroeger al door de Romeinse generaal Decius aangepakt, toen hij midden tussen de twee legerkampen een brandstapel voor Kronos liet bouwen en zichzelf op grond van een gelofte aan Kronos offerde om de hegemonie voor Rome veilig te stellen.  In India wedijveren, ja vechten liefdevolle en fatsoenlijke vrouwen met elkaar om de brandstapel en de vrouw die de prijs wint om samen met haar overleden man door het vuur verteerd te worden wordt door de achterblijvenden gelukkig geprezen. Geen van de wijzen daar wordt ook als benijdenswaardig beschouwd of gelukkig geprezen, als hij niet bij leven en welzijn en volledig bewustzijn zijn ziel met vuur van zijn lichaam scheidt en rein uit het vlees stapt door de sterfelijke huls van zich af te spoelen.
O.k., je wilt iemand van zijn luisterrijke vermogen, dure villa’s en kostbare diners beroven en hem in een luizig jasje met een vuilniszak laten rondgaan om te bedelen voor zijn dagelijks brood? Dat vormde voor Diogenes de basis van zijn geluk, voor Krates de basis van vrijheid en roem.
O, je wilt hem aan het kruis nagelen of op een paal spietsen? Nou, wat kan Theodoros dat schelen, of hij onder of boven de grond wegrot? Bij de Skythen geldt dat als een fraaie begrafenis. Bij de Hyrkaniërs moeten de honden en bij de Baktriërs de gieren volgens daar geldend gebruik de lijken opvreten, wanneer zij een gelukkig levenseinde willen hebben.”

4. Wie worden hiermee eigenlijk ongelukkig gemaakt? Laffe lieden zonder hersens, opleiding en training, mensen die de ideeën die zij als kind hadden nog steeds koesteren. Daarom is Toeval dus geen volmaakte producent van ellende, tenzij zij een Slechte Eigenschap als medewerkster heeft. Zoals een wollen draad namelijk een bot kan doorzagen, als dat verzadigd is met as en azijn, en ivoor pas gekneed en gevormd kan worden, als het eerst met bier zacht en flexibel is geworden en anders niet, zo kan Toeval alleen, wanneer het iets treft dat van zichzelf al is aangetast en door een slechte eigenschap zacht als boter is, dat verder uithollen en verwonden. Zoals Parthisch gif, dat verder voor niemand schadelijk is, noch diegene die er aanzit of het transporteert kwaad berokkent, pas als het met gewonde plekken in contact komt, direct een verwoestend effect heeft, omdat men de schadelijke stoffen via de al eerder aangetaste plek in zich opneemt, zo moet ook diegene die zijn ziel door het Toeval wil laten vermorzelen, in zichzelf een eigen lelijke etterbuil meedragen, wil het Toeval ooit de van buiten op hem afstormende zaken tot een jammerlijk en pijnlijk gebeuren maken.

5. Is een Slechte Eigenschap dan iets wat Toeval nodig heeft om ellende te produceren? Hoe dan? Zij stuwt geen woeste en ruwe zee op, zij omringt verlaten bergstreken niet met hinderlagen van rovers onderweg, zij laat geen wolken hagel op de vlakte vol met koren neerdalen, voert geen informanten als Meletos, Anytos en Kallixenos ten tonele, pikt je rijkdom niet in, en houdt je niet af van hoge banen om je ongelukkig te maken. Nee, zij wakkert passies aan bij mensen die welvarend, rijk en erfgenamen van een groot vermogen zijn.
Op land of op zee: zij zit diep van binnen weggedoken en is met haar slachtoffer vergroeid, waarbij ze hem verzwakt door middel van begeertes, hem verschroeit door middel van driften, hem vermaalt met bijgelovige angsten en hem via zijn ogen kapot maakt van jaloezie.

terug                         HOME